keurmerk

Dit deel van de expositie gaat over  producten van de N.S.F. 
Over het meest geproduceerde apparaat is een speciale pagina te bekijken: de NSF radio pagina.

Een moderne kortegolfzender voor 
'Radio Nacional del Peru', Lima.

Aan deze zendgemachtigde werd in 1951 een moderne kortegolfomroepzender geleverd met een vermogen van 50 kW, freq. 6095,1. 
In hetzelfde fraaie zendergebouw installeerde Philips Telecommunicatie Industrie een 20 kW omroepzender, werkend op de middengolf (geplaatst tegen de achterwand).

De 100 kW middengolfzender, geleverd aan de 'Radio Clube Portuguës', station CSB9.

Radio Clube Portuguës (Portugese Radio Club) is een der omroeppioniers in Portugal. 
Reeds in 1932 werd door deze particuliere omroeporganisatie bij de N.S.F. een 20 kW middengolfzender aangeschaft, waarmee men in die tijd beschikte over een moderne installatie van ruim voldoende vermogen. 
Met het in dienst stellen van steeds meer zenders in het middengolfgebied, raakte echter Portugal
s' stem in the ether steeds meer en meer in de verdrukking. 
Door de aanschaffing in 1955 van een moderne 100 kW installatie, een unicum wat het vermogen betreft voor een particulier station, is aan deze omstandigheden nu een eind gebracht. 
Niet alleen voor luisteraars in Portugal zelf is het populaire station goed te ontvangen, maar zelfs ver daarbuiten verzekert de krachtige zender, opgesteld te Miramar, een prima ontvangst.

Beroemd geworden in Azië: 
één van de vier zenders voor 'All Radio India', gebouwd door de N.S.F.

Een van de latere omroepzenders voor korte golven (15-50 m). 
De afgebeelde zender werd in 1938 geleverd aan India met bestemming Delhi. 
De zender is van het type KVFH 10/12, vermogen 10 kW.
In totaal werden vier van deze zenders geleverd aan All India Radio, de omroep die vele landgenoten zich uit de oorlogsjaren zullen herinneren. 
All India Radio betekende voor het Oosten wat Radio Oranje en de BBC voor Nederland waren.

De fraaie zenderhal van 'Radio Vaticana'
te Santa Maria di Galleria, nabij Rome.

Bij het in dienst stellen van de PTI-kortegolfzender voor Radio Vaticana, in Nederland de 
'
Anno Santo-zender' genoemd, werd tevens het geheel nieuwe zendercentrum ingewijd. 
In de ruime zenderhal, waarvan de plattegrond een zeshoek vertoont, is nog voldoende ruimte beschikbaar voor verdere uitbreidingen. 
Nu reeds zijn toegevoegd:
de 'Anno Santo-zender', die de ereplaats recht tegenover de ingang kreeg, aan weerszijden opgesteld, resp. twee 10 kW-kortegolfzenders, die zowel afzonderlijk als gekoppeld kunnen worden gebruikt en een 120 kW middengolfzender. 
Mede door het beschikbaar zijn van een groot aantal antennesystemen voor de verschillende golflengten waarop her station uitzendt en die zijn gericht op de verschillende werelddelen, behoort Radio Vaticana tot de modernste kortegolfstations ter wereld.

 

Paus Pius XII stelt op 27 oktober 1957 de Philips zender "Radio Anno Santo" in bedrijf.

Ter gelegenheid van de viering van het Heilig Jaar (in 1950) zochten de Rooms Katholieken in Nederland naar een passend geschenk dat zij 
Z. H. de Paus zouden kunnen aanbieden. 
Het daartoe gevormde comité liet de keus vallen op een krachtige kortegolfomroepzender in de overweging, dat de bestaande zeer oude installatie nauwelijks meer in staat was de stem van Radio Vaticana uit te dragen. 

De bouw van een 100 kW kortegolfzender werd opgedragen aan N.S.F.
/ P.T.I.
Dat het sindsdien tot 1957 heeft moeten duren voor de zender in gebruik werd genomen, is het logisch gevolg van het feit, dat zo niet voor de zender, dan toch beslist voor het antennepark van een 100 kW zender voor wereldomroep een aanzienlijke ruimte nodig is, die binnen het gebied van Vaticaanstad niet beschikbaar is. 
Door een overeenkomst met de Italiaanse regering heeft Radio Vaticana nu de beschikking gekregen over een ruim terrein op korte afstand ten noorden van Rome, nabij Santa Maria di Galeria, zodat 
Z. H. de Paus op 27 oktober 1957 door het indrukken van een knop op de N.S.F./P.T.I.-zender en met een radiotoespraak het nieuwe zendercentrum officieel in dienst kon stellen.

De toestand in 1925:
Een buis, wat spoelen en geloof als bouwstenen.

Na die van Hugo de Groot, is dit een kist die in de Nederlandse historie even beroemd dient te worden. 
Wat zich in en om deze voormalige laadkist - waarmede de inboedel van de chef van het NSF-laboratorium, de heer George William White, van Engeland naar Hilversum was vervoerd, is wonderlijk te noemen. 
Interessant in dit verband is voorts de bevestiging van de pioniersdaad van 
R. W. C. baron van Boetzelaer, die te vinden is in een bericht van de hand van dr. ir. N. Koomans, chef van het Radio Laboratorium der P. T. en T., opgenomen in Radio Expres, derde jaargang, nr. 38, op 18 September 1925, blz. 659, dat hieronder word weergegeven: '


Bericht van de hand van dr. ir. N. Koomans, chef van het Radio Laboratorium der P. T. en T., opgenomen in Radio Expres, derde jaargang, nr. 38, op 18 September 1925, blz. 659.

"De kortegolfproeven tusschen Nederland en Nederlandsch Indië zijn tot een afsIuiting gekomen, door het practisch in gebruik nemen van den laboratoriumzender PCMM, die nu dagelijks, vanuit Amsterdam bediend, dienst doet."

In Radio Expres zijn steeds vermeld de mijlpalen, welke zich voordeden: het succesvol vooraangaan van de Nederlandsch-Indische telegraafdienst met zijn kortegolfzender ANE; de ontvangst van het Nederlandsche station OLL in lndië en tenslotte de zendproeven van ir. Schotel, waarop ook in de Nieuwe Rotterdamsche Courant vanwege het Departement van Koloniën de aandacht is gevestigd. Door omstandigheden zijn echter nimmer naar voren gekomen de goed geslaagde proeven, welke door de Nederlandsche Seintoestellen Fabriek zijn genomen, waarbij reeds den 23 April jl. verbinding met Indië werd verkregen. 
De heer R. W. C. baron van Boetzelaer, die de proeven deed, was zoo vriendelijk op verzoek de volgende gegevens te verstrekken: 

"Het schema was eenvoudig en bestond uit een spoel van koperbuis van slechts drie windingen, waarbij de aftakking aan de negatieve zijde van gloeidraad en plaatspanning ongeveer op het midden was aangebracht. 
Practisch bestonden dus rooster- en plaatspoel elk uit slechts één enkele winding. 
Als blokkeringscondensator tussen plaat en spoel werden twee parallel-geschakelde Marconi-flesch- condensatoren gebruikt, terwijl als rooster- condensator een luchtcondensator van eigen fabrikaat dienst deed. 
De energie bedroeg 4,2 kW primair nl. een plaatstroom van 700 mA bij een plaatspanning van 6000 Volt. 
De oorspronkelijke bedoeling was na te gaan, welke afstand met dezen zender op een golf van 26 meter zoowel overdag als 's avonds te bereiken viel. 
Daartoe werd met Radio Holland overeengekomen, dat aan boord van het uitvarende 's.s. Prins der Nederlanden' zou worden geluisterd, van het oogenblik af, dat dit stoomschip Genua zou hebben verlaten. 
Een volledig programma werd opgemaakt tussen vertrekdatum van Genua en de aankomst te Batavia. 
De eerste uitzending had plaats Donderdag 23 April 1925, 23.00 GMT. 
Reeds den volgenden dag werd evenwel te Meyendel bericht ontvangen van Malabar, dat de teekens van den heer van Boetzelaer aldaar zeer hard waren ontvangen. 
Aan Malabar waren namelijk via Kootwijk de seintijden medegedeeld. 
Van 28 April tot en met 16 Mei werden geregeld proeven genomen, waarbij de uitkomst was, dat de signalen van de Nederlandsche Seintoestellen Fabriek reeds om 4 uur Amsterdamsche tijd hoorbaar werden, terwijl de sterkte om 6 uur zeer geed bleek te zijn."
Autostation voor Soesterberg (1923).

Na de duikbootzender voor de Koninklijke Marine werd de constructie ter hand genomen van de in deze afbeelding getoonde zendinstallatie, voorzien van Philips NSF-zendbuizen, bestemd voor de Militaire Luchtvaartafdeling te Soesterberg. 
Deze installatie was bestemd voor gebruik in een automobiel en was dan ook "autostation" gedoopt. 
De zender, waarbij voor de constructie nog rijkelijk gebruik was gemaakt van hout, kon zowel voor telegrafie als telefonie worden toegepast.

Apparatuur voor de Koninklijke Marine.

Voor toepassing aan boord van de torpedobootjagers 'Hr. Ms. De Ruyter' en 
' Hr. Ms. Evertsen' van de Koninklijke Marine, werden door de NSF buiszenders vervaardigd met een merkwaardige constructieve bijzonderheid:

Voor de koeling van het water, waarmede de temperatuur van de zendbuis binnen de perken werd gehouden en dat in een gesloten systeem circuleerde, was een Ford-autoradiateur, compleet met afsluitdop -voorzien van ingebouwde thermometer- toegepast. 
Een elektromotor dreef de waterpomp aan en zorgde met behulp van een extra ventilator voor een voldoende luchtstroom door de radiateur. 
De hoge spanning in het anodecircuit van de zendbuis vereiste tevens de overvloedige toepassing van isolatoren om deze spanning buiten de overige delen van de installatie te houden.

Vliegtuigzend- / ontvangstinstallatie AD 6 
voor de K.L.M.

Na de succesvolle demonstraties door de N.S.F. aan boord van een K.L.M.-toestel met een Marconi-zendontvanginstallatie type AD 6 ging deK.L.M. over tot aanschaf van dit uitstekende toestel. 
Met het oog op de bestelling van onder meer de K.L.M., vervaardigde de N.S.F. een aantal van deze installaties in licentie.

Een ongewone combinatie: 
de SMR108 en de VR34.

Twee van de in de jaren rond de tweede wereldoorlog zeer succesvolle N.S.F.-creaties zijn op deze foto broederlijk naast elkaar gemonteerd. 

Deze
afbeelding toont de technische uitrusting van het motorschip 'Van der Steng' van onze Marine. 
Links de 50 watt radiotelefonie- zender / ontvanger, type SMR 108, bestemd voor kustvaarders en vissersvaartuigen. 
Daarmee worden in de zogenaamde "visserijband" telefoongesprekken met schepen op zee en tussen schepen onderling gevoerd.

Rechts daarvan is tegen de wand de 70 watt zender-ontvanger voor telegrafie en telefonie type VR 34 gemonteerd. 
Mede door het gebruik van een soort eenvoudige palknoppen in de zender verwierf deze installatie een grote bekendheid. 
Zij werd daarom door tal van diensten en instellingen aangeschaft, zowel voor gebruik in vliegtuigen en aan boord van schepen, als voor toepassing in vaste opstelling.

Vliegveld radio: 
N.S.F. peilontvanger FPO 18b 
op het vooroorlogse Schiphol.

In de vooroorlogse jaren was de NSF zeer actief op het gebied van radio voor de Iuchtvaart. Behalve de vervaardiging van installaties voor gebruik aan boord van de vliegtuigen zelf, werd ook de apparatuur voor de uitrusting van vliegvelden en gronddiensten ontwikkeld. 

De foto toont een peilontvanger type FPO 18b, 
in gebruik genomen op Schiphol omstreeks 1930 bij het Bureau Luchtvaart van het Ministerie van Waterstaat, tegenwoordig Rijks Luchtvaart Dienst genoemd.

Overneming door Turkse technici van installaties voor twee onderzeeboten in 1927.

Toen de Turkse regering in de jaren twintig bij de werf Feyenoord te Schiedam twee onderzeeboten bestelde, sprak het haast vanzelf -gezien de goede naam die de N.S.F. zich inmiddels ook in het buitenland had verworven- dat de radio-uitrusting voor deze schepen in Hilversum werd besteld.

Tijdens het keuren voor het overnemen in 1927 van de beide installaties werd deze foto gemaakt.

V.I.n.r. G. B. C. A. Roes, een der veteranen, nog tot ver na het jaar 2000
bij het bedrijf werkzaam; Kiamil, chef van de Turkse radiotechnici; 
B. J. Eckhardt, tegenwoordig beheerder van het omroepzendercomplex te Lopik; 
Adnan, Turks telegrafist; 
P. C. Tolk, sedertdien onder meer jarenlang bij de technische dienst van de N.C.R.V.; en tot slot
Sami en Hidjabeddin, Turkse telegrafisten.

Voor die tijd hypermodern: 
zendinstallatie voor Nederlandse onderzeeboten.

De radio-installaties voor de onderzeeboten 
K 8, K 9 en K 10 van de Koninklijke Marine bestonden onder meer uit een buiszender uit 1922, de eersten van dit nieuwe door de NSF vervaardigde type.
Met het oog op de beperkte ruimte aan boord van de onderzeeërs waren de vormgeving en de afmetingen van de installaties zeer nauwkeurig aangepast aan de opstellingsplaats. 
Later werd nog eenzelfde serie besteld voor de onderzeeboten 0 9, 0 10 en 0 11.

Moderne zendontvangst installatie voor de koopvaardij in 1955.

Hoezeer de omvang en het belang van de radio voor de scheepvaart zijn toegenomen toont deze modelopstelling van de apparatuur in een moderne radiohut, zoals die door Radio Holland is ontworpen.
Deze opstelling, waarbij voor een groot deel gebruik is gemaakt van sedert 1955 door 
N.S.F. / P.T.I. in grote series geleverde zenders en ontvangers, was onder meer tentoongesteld op de nationale radiotentoonstelling Firato in September 1957. 

Foto 'Radio Bulletin'

Scheepsontvanger in licentie-fabricage 
van Marconi, omstreeks 1930.

Inrichting van een radiohut aan boord van een der Nederlandse schepen, in de jaren rond 1930 aan Radio Holland geleverd (licentie Marconi).

De zenderbouw in 1928 in de Hilversumse fabriek.

Jarenlang was de afdeling zenderbouw, zoals op deze in 1928 gemaakte foto valt te zien, in de fabriek aan de Jan van der Heydenstraat gevestigd, en wel in gebouw G. 
Eerst tussen Kerstmis en oudejaar van 1956, na het
gereedkomen van het gebouw HF 1 van het complex Huizen, verhuisde deze afdeling als laatste naar de nieuwe radio-radarfabriek. 

Typische bijzonderheid van deze historische foto: tegen de achterwand staat de nagenoeg voltooide zender voor het vliegveld Andir op Java opgesteld.

Hedendaagse zenderbouw in de nieuwe fabriek te Huizen, op 27 februari 1958.

Reeds lang voordat het nieuwe fabriekscomplex te Huizen was voltooid, werden daar op grote schaal de zenders en radarinstallaties vervaardigd. Omvangrijke orders (voor Argentini¨ en voor de uitrusting van een groot aantal schepen van de Nederlandse vloot met elektronische apparatuur) maakten het overbrengen van een aantal afdelingen naar nieuwe bedrijfsruimten noodzakelijk. 
Hoe veelomvattend de Argentinië-order was, wordt op deze foto enigszins getoond. 
Daarop staat namelijk een deel van de zendinstallaties, die nog maar een onderdeel vormden van het totale project, met de uitvoering waarvan een aantal jaren van intensieve arbeid waren gemoeid.

Ook de Nederlandse P.T.T. stond in 1945 voor de schier onuitvoerbare taak de technische uitrusting weer geheel van de grond af op te bouwen. 
Van de inventaris van het radiozendstation Kootwijk was bij de bevrijding nauwelijks iets over, terwijl juist dit station zijn belangrijke rol in het Internationale telegraaf- en telefoonverkeer weer moest kunnen spelen. 
In de imposante zenderhal van het hoofdgebouw, dat voordien aan de kolossale Iangegolf- machinezender huisvesting bood, werd in recordtempo een groot aantal moderne kortegolfzenders geïnstalleerd. 
De NSF ontwikkelde en leverde een belangrijke serie 30 en 3 kW enkelzijbandzenders voor telegrafie zowel als telefonie, die langs beide lange zijden van de zaal werden opgesteld. 

(foto P.T.T.)

Zie ook de pagina's die volledig gewijd zijn aan radio Kootwijk.